De elektromechanische systemen

Domeinspecifieke leerresultaten van de opleiding:

  1. De gegradueerde voert zelfstandig gestandaardiseerde elektromechanische onderhouds-, aanpassings- en herstelwerkzaamheden uit in een vertrouwd domein en onder toezicht van een leidinggevende.
  2. De gegradueerde voert elektrische en mechanische basismetingen en -testen uit.
  3. De gegradueerde leest en interpreteert zowel elektrische, mechanische, als P&ID-schema’s (proces- en instrumentatiediagrammen) en tekeningen en raadpleegt, ook in minstens één vreemde taal, vaktechnische informatie.
  4. De gegradueerde werkt op een maatschappelijk verantwoorde en kwaliteitsvolle manier en past veiligheidsvoorschriften en reglementeringen toe in een vertrouwd domein.
  5. De gegradueerde lokaliseert, identificeert en diagnosticeert storingen aan elektromechanische installaties, rekening houdend met situationele elementen en/of onderhoudshistoriek.
  6. De gegradueerde adviseert en informeert gebruikers, collega’s en leidinggevenden over de toestand van de elektromechanische installaties en formuleert verbetervoorstellen met het oog op gebruik en werking.
  7. De gegradueerde werkt constructief en flexibel samen in team voor het plannen en uitvoeren van goedgekeurde aanpassingen en neemt hierin verantwoordelijkheid op.
  8. De gegradueerde onderhoudt zijn deskundigheidsniveau door technologische ontwikkelingen op te volgen en is zelfkritisch.
  9. De gegradueerde rapporteert op doeltreffende wijze aan collega’s en leidinggevenden over zijn werkzaamheden in functie van de opvolging.
    Specifiek voor de afstudeerrichting “Onderhoudstechnieken”:
  10. De gegradueerde controleert en analyseert de werking van elektromechanische systemen op basis van de courante meet- en analysetechnieken en voorspelt storingen op basis van deze indicaties.
  11. De gegradueerde formuleert voorstellen voor mogelijke preventieve, correctieve en adaptieve interventies met betrekking tot onderhoudstechnische aspecten op basis van een analyse van meetresultaten en andere data en voert deze uit onder toezicht van de leidinggevende.
    Specifiek voor de afstudeerrichting “Meet- en regeltechnieken”:
  12. De gegradueerde controleert en analyseert de werking van processor gestuurde productie- en proceslijnen en/of producten en voert er aanpassingen aan uit volgens vaste procedures.
  13. De gegradueerde meet- en regeltechnicus wijzigt programma’s, laadt aangepaste en goedgekeurde programma’s in het automatiseringssysteem en controleert de goede werking ervan.
  14. De gegradueerde formuleert voorstellen voor mogelijke preventieve, correctieve en adaptieve interventies met betrekking tot meet- en regeltechnische aspecten op basis van een analyse van meetresultaten en andere data en voert deze uit onder toezicht van de leidinggevende.

Deze studie is gebaseerd op de beroepskwalificatie &beroepserkenning.